Via de liturgische muziek zijn wij als vanzelf terechtgekomen bij de uiteindelijke inspiratiebron van de orthodoxe kerkelijke kunst: de Liturgie.
De diensten in de Orthodoxe Kerk verlopen volgens een vaste orde, waarvan op geen enkele wijze wordt afgeweken. Alle teksten, lezingen, gezangen worden volgens de voorschriften in de dienst gebruikt. Het is dus onmogelijk dat een priester een bepaald evangelie uitzoekt voor zijn preek, of dat het koor haar favoriete gezangen ten uitvoer brengt. Alles ligt vast volgens een patroon dat gevormd wordt door verschillende kerkelijke cycli. De eerste cyclus wordt bepaald door het normale verloop van het kerkelijk jaar, die begin september een aanvang neemt en die bepaald wordt door de kalender van de heiligen en de vaste grote feesten; een tweede cyclus is die van de paastijd, die ieder jaar verschilt en afhangt van de eerste volle maan na het begin van de lente. Weer een andere cyclus is die van de acht tonen (vergelijkbaar met de Gregoriaanse praktijk) met bijbehorende wisselende teksten en melodieen en die begint op de tweede zondag na Pinksteren. Iedere week volgt er dan een andere toon en na de achtste toon begint men weer bij de eerste. Hierbij moet ik opmerken dat iedere heilige en ieder feest weer zijn eigen toon heeft, zodat er in bijna iedere dienst in meerdere tonen gezongen wordt. Dan heeft men ook nog de weekcyclus, waarin alle dagen van de week hun eigen plaats hebben: maandag vieren we de gedachtenis van de onlichamelijke machten, de engelen; dinsdag de gedachtenis van de heilige Johannes de Doper; woensdag en vrijdag de gedachtenis van het Kruis en het Lijden van Christus; donderdag de gedachtenis van de apostelen en de heilige Nicolaas van Myra en op zaterdag gedenken we alle heiligen en de ontslapenen. Daarom zijn woensdag en vrijdag de wekelijkse vastendagen en worden altijd op zaterdag bijzondere diensten gehouden voor de overledenen. En tenslotte heeft ook iedere dag nog zijn eigen cyclus die begint met de Vespers en die eindigt met het Negende Uur.
Al deze cycli hebben een opbouw die voortdurend verwijst naar de Opstanding van Christus en de Verlossing der mensheid. Zelfs in het kleinste onderdeel van de dagcyclus, het urengebed, vindt men deze opbouw terug. We zien hier dus weer het zelfde principe als bij de icoon. Voortdurend wordt ons de weg naar het hemelse en onze verlossing gewezen. Ieder jaar grijpen deze cycli weer anders in elkaar, zodat het een ware wetenschap is om te bepalen hoe een dienst op een bepaalde dag is opgebouwd. Dit geldt met name voor de avonddienst: de Vespers en de Metten, waarin de meeste feest- en dag-eigen teksten worden gezongen en gereciteerd.
De liturgische dag in de Orthodoxe kerk begint namelijk aan de vooravond bij zonsondergang met de Vespers. Dus de Vespers op zaterdagavond hoort al bij de zondag. Het hoogtepunt van de dagelijkse cyclus, die verloopt volgens een orde die gelijkt op de Westerse kloosterpraktijk, is de Goddelijke Liturgie, waarin het sacrament van de Eucharistie wordt voltrokken.
De Orthodoxe Kerk gelooft dat in de viering van de Goddelijke Liturgie de geboorte, het lijden, de dood en de verrijzenis van Christus tegenwoordig worden gesteld en dat de gelovigen het waarachtig Lichaam en Bloed van Christus ontvangen in het brood en de wijn die in de Goddelijke Liturgie geconsacreerd zijn.
De Goddelijke Liturgie voltrekt zich middels een uitgebreide symboliek, die teruggaat tot de vierde eeuw en die zijn volmaakte vorm heeft gevonden in de negende eeuw. Maar ook hier is het weer van belang te beseffen dat het niet gaat om een in het verleden ontwikkelde vorm, die ons is overgeleverd, nee de kern is de psychologische ervaring van de gelovigen, die gevormd is en gevoed in een levende traditie via degenen die ons zijn voorafgegaan en waarmee we de cultus innerlijk ondergaan en daarmee de inhoud ervan actualiseren. Zo is het ook niet moeilijk tijdens een dienst, alleen al in de houding van de gelovigen, de orthodoxen van de niet-orthodoxen te onderscheiden. Evenmin is het moeilijk het verschil te ontwaren tussen een orthodoxe eredienst en die van de Rooms-katholieken van de ‘Byzantijnse ritus’.
De Goddelijke Liturgie is aldus het hoogtepunt van het ‘poetisch drama’ van Florenski en de betekenis van het voltrekken van de Liturgie, herhaald in de tijd, ligt in het feit dat het een in wezen onherhaalbare en boventijdelijke realiteit tegenwoordig stelt.
de betekenis van het voltrekken van de Liturgie, herhaald in de tijd, ligt in het feit dat het een in wezen onherhaalbare en boventijdelijke realiteit tegenwoordig stelt.
Enerzijds maakt De Goddelijke Liturgie deel uit van de zogenaamde ‘liturgie van de tijd’, de dagelijkse getijden en gebeden, de jaarcycli etc., anderzijds stelt zij een boventijdelijke realiteit aanwezig. Daardoor vloeien in de Liturgie, zowel door haar eigen aard, als door haar verbondenheid met de liturgie van de tijd, het tijdelijke en het eeuwige in elkaar over. Ook hier weer ontmoeten elkaar in de Liturgie het aardse en het hemelse, het menselijke en het goddelijke.
U heeft wellicht gehoord van het beroemde verhaal uit de oude Russische kronieken, waarin wordt verteld hoe de gezanten van vorst Vladimir, die in Rusland een nieuwe godsdienst wilde invoeren, terugkwamen uit Constantinopel en na een dienst in de Hagia Sophia verzuchtten: “Wij wisten niet meer of wij nu in de hemel of op de aarde waren!” Deze uitspraak was overigens voor vorst Vladimir de reden het Byzantijnse Christendom in Rusland in te voeren. Zelfs al zou dit verhaal door legendevorming tot stand zijn gekomen, dan nog verwoordt het de essentie van het orthodoxe kerkelijke leven: de nederdaling van de hemel op aarde tijdens de Goddelijke Liturgie, waardoor het gehele kerkelijke leven en de kerkelijke kunst wordt verlicht.
Want de enige realiteit, de ware werkelijkheid voor een orthodox gelovige is niet de maatschappij waarin hij leeft, maar het moment van samensmelting van de hemel en de aarde in de Goddelijke Liturgie, wanneer hij, zoals het in de Cherubijnenhymne weerklinkt, al zijn aardse zorgen terzijde heeft gesteld. Zoals in de Liturgie de hemel nederdaalt op aarde en de aarde daardoor een goddelijke glans krijgt, zo moet ook de wereld naar goddelijk voorbeeld worden getransfigureerd.
Want de enige realiteit, de ware werkelijkheid voor een orthodox gelovige is niet de maatschappij waarin hij leeft, maar het moment van samensmelting van de hemel en de aarde in de Goddelijke Liturgie
Transfiguratie van alle facetten van het leven en de werkelijkheid, dat is de christelijke opdracht van de orthodox, waartoe hij wordt geinspireerd door het vieren van de Goddelijke Liturgie en het deelhebben aan de Goddelijke gaven, waarin allen een worden in Christus.